EU Algemene kennis

Inhoudsopgave

Inleiding over EU-middelen

Financieringsprogramma's van de Europese Unie worden gefinancierd door de 2021-2027 Meerjarig financieel kader en het herstelplan voor Europa (Volgende generatie EU). EU-financieringsprogramma's kunnen ook worden ingedeeld volgens het type financieringsbeheer: het zijn ofwel financieringen onder gedeeld beheer (de zogenaamde "fondsen") ofwel financieringen die rechtstreeks door de Europese Commissie worden beheerd.
De fondsen worden gezamenlijk beheerd door de Europese Commissie en nationale of regionale autoriteiten; de laatste worden beheersautoriteiten of bemiddelende instanties genoemd. De fondsen onder gedeeld beheer vertegenwoordigen ongeveer 80 % van de EU-begroting en omvatten de fondsen voor het cohesiebeleid (zie verder hieronder). Het Helpdesk-project richt zich vooral op deze laatste, aangezien deze voor sociale dienstverleners bijzonder moeilijk toegankelijk zijn.

De financiering onder direct beheer wordt beheerd door de Europese Commissie of via EU-agentschappen. Deze financieringen omvatten subsidies, financiële garanties, overdracht van middelen, toezicht op activiteiten, selectie van contractanten, enz. Alle financierings- en aanbestedingsmogelijkheden zijn te vinden op dit platform.

Fondsen in het kader van het cohesiebeleid

Meer dan de helft van de EU-middelen wordt verstrekt via de vijf fondsen van het cohesiebeleid (vroeger Europese structuur- en investeringsfondsen genoemd - ESIF), die gezamenlijk door de Europese Commissie en de EU-lidstaten worden beheerd.
De fondsen van het cohesiebeleid zijn fondsen onder gedeeld beheer waarvoor de lidstaten verantwoordelijk zijn voor het opzetten van beheers- en controlesystemen en de naleving van de eisen van de EU-verordeningen. De Europese Commissie speelt een toezichthoudende rol en controleert de doeltreffendheid van de nationale uitvoeringssystemen.

Specifieke fondsen

In het EU-cohesiebeleid 2021-2027 zijn de volgende 5 beleidsdoelstellingen vastgesteld ter ondersteuning van groei, duurzaamheid en inclusiviteit.
  1. Een concurrerender en slimmer Europa
  2. Een groenere, koolstofarme overgang naar een netto koolstofvrije economie
  3. Een beter verbonden Europa door meer mobiliteit
  4. Een socialer en meer solidair Europa
  5. Europa dichter bij de burger door de duurzame en geïntegreerde ontwikkeling van alle soorten gebieden te bevorderen
Cohesiebeleid wordt verstrekt via specifieke fondsen. Deze fondsen ondersteunen de EU-prioriteiten als volgt:
  • De Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)te investeren in de sociale en economische ontwikkeling van alle regio's en steden van de EU en de ontwikkelingsverschillen binnen de EU-regio's te verkleinen (voornamelijk prioriteiten 1 en 2)
  • De Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+)banen te ondersteunen en een rechtvaardige en sociaal inclusieve samenleving in de EU-landen te creëren (focus op prioriteit 4)
  • De Cohesiefonds (CF)te investeren in milieu en vervoer in de minder welvarende EU-landen (voornamelijk prioriteiten 2 en 3)
  • De Just Transition Fund (JTF) is een nieuw instrument van het cohesiebeleid 2021-2027 dat bedoeld is om de regio's te ondersteunen die het meest te maken hebben met de overgang naar klimaatneutraliteit. (specifieke doelstellingen - artikel 8 van de JTF-verordening)
  • De Interreg-programma's beschikken over de volgende 2 aanvullende beleidsdoelstellingen: "Een beter samenwerkingsbestuur" en "Een veiliger en meer beveiligd Europa".

Tijdschema: van meerjarig financieel kader tot terugbetaling van kosten

  1. De vaststelling van het meerjarig financieel kader 2021-2027[1]het akkoord over de begroting is de eerste stap om te beslissen wat er beschikbaar zal zijn voor het cohesiebeleid - 22.12.2020 -... Onderhandelingsproces over de langetermijnbegroting 2021-2027 van de EU & NextGenerationEU | Europese Commissie (europa.eu)
  2. Wetgeving inzake het cohesiebeleid - tot vaststelling van het kader en de gemeenschappelijke voorschriften voor het gebruik van EU-fondsen onder gedeeld beheer in de huidige programmeringsperiode - 24.06.2021 -... Wetgeving cohesiebeleid 2021-2027 - Regionaal beleid - Europese Commissie (europa.eu)
  3. Overeenkomsten tussen de Europese Commissie en afzonderlijke EU-landen - lopende - Partnerschapsovereenkomsten over EU-middelen 2021-2027 | Europese Commissie (europa.eu)
  4. Goedkeuring van afzonderlijke operationele programma's - doorlopend Programma's - Regionaal beleid - Europese Commissie (europa.eu)
  5. Beheersautoriteiten lanceren hun oproep tot het indienen van voorstellen - bekijk de website van de verschillende beheersautoriteiten -. Beheersautoriteiten - Regionaal beleid - Europese Commissie (europa.eu)
  6. De projectaanvragers beginnen hun voorstellen in te dienen
  7. Evaluatie van de projecten en selectie van succesvolle aanvragen
  8. de ondertekening van de subsidieovereenkomst (tussen de MA en de begunstigde) en de start van het project
  9. Uitvoering van het project en schrijven van het verslag
  10. Indiening van de verzoeken om terugbetaling en terugbetaling van middelen

[1] waartoe de Europese Raad en het Europees Parlement gezamenlijk hebben besloten op basis van een voorstel van de Commissie

Prioriteiten voor 2021-2027

Het cohesiebeleid is het belangrijkste investeringsbeleid van de EU en is erop gericht in te spelen op uiteenlopende ontwikkelingsbehoeften in de EU door de economische, sociale en territoriale cohesie in de Europese Unie te versterken. Het cohesiebeleid 2021-2027 is geworteld in twee van de zes prioriteiten van de Europese Commissiemet de Europese Green Deal en de Europese pijler van sociale rechten. In 2021-2027 heeft het cohesiebeleid van de EU vijf beleidsdoelstellingen vastgesteld: bevordering van economische groei, werkgelegenheid, concurrentievermogen van het bedrijfsleven, duurzame ontwikkeling en milieubescherming. Vanwege de nadruk op inclusiviteit zijn de middelen van het cohesiebeleid relevant voor sociale diensten.

Partnerschapsbeginsel

De Europese gedragscode inzake partnerschap aangenomen voor de periode 2014-2020 blijft van toepassing. Dit moet een brede deelname van verschillende belanghebbenden aan de opstelling van en het toezicht op de programma's mogelijk maken. In het kader van het ESF+, alle lidstaten moeten de capaciteitsopbouw van de sociale partners en maatschappelijke organisaties ondersteunen door een passend bedrag van hun ESF+-middelen hiervoor uit te trekken. De lidstaten met relevante landenspecifieke aanbevelingen moeten ten minste 0,25% toewijzen.

Focus op het EFRO

Het EFRO is bedoeld om de belangrijkste regionale onevenwichtigheden in de EU te helpen herstellen (zie het EU-kaart van de subsidiabiliteit van het cohesiebeleid 2021-2027). Het EFRO moet bijdragen tot het herstel van de belangrijkste regionale onevenwichtigheden in de Europese Unie door steun te verlenen voor de ontwikkeling en structurele aanpassing van regio's met een ontwikkelingsachterstand en voor de omschakeling van industriegebieden met afnemende economische activiteit.

Het EFRO heeft twee hoofddoelstellingen:
  • Investeringen in groei en werkgelegenheid - gericht op versterking van de arbeidsmarkt en de regionale economieën.
  • Europese territoriale samenwerking - gericht op versterking van de grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking binnen de EU.
Op basis van hun welvaart zullen alle regio's en lidstaten de steun concentreren op een concurrerender en slimmer Europa (beleidsdoelstelling 1), alsmede op een groenere, koolstofarme overgang naar een koolstofneutrale economie en een veerkrachtig Europa (beleidsdoelstelling 2), via het mechanisme dat bekend staat als "thematische concentratie".
  • Alle regio's en lidstaten zullen ten minste 30% van hun toewijzing besteden aan beleidsdoelstelling 2
  • Meer ontwikkelde regio's of lidstaten zullen ten minste 85% van hun toewijzing aan beleidsdoelstelling 1 en beleidsdoelstelling 2 besteden;
  • Overgangsregio's of lidstaten ten minste 40% naar beleidsdoelstelling 1;
  • Minder ontwikkelde regio's of lidstaten ten minste 25% naar beleidsdoelstelling 1.

Focus op ESF+

Het ESF+ is het belangrijkste financiële instrument waarmee Europa in mensen investeert en de sociale samenhang versterkt door het scheppen van banen en de ontwikkeling van vaardigheden te bevorderen en een rechtvaardige en sociaal inclusieve samenleving te ondersteunen. Het ESF+ draagt bij aan beleidsdoelstelling 4: een socialer en meer op integratie gericht Europa. Het ESF+ levert een belangrijke bijdrage aan het EU-beleid inzake werkgelegenheid, sociale zaken, onderwijs en vaardigheden, met inbegrip van structurele hervormingen op deze gebieden.
Voor de programmeringsperiode 2021-2027 zal het ESF+ op drie belangrijke gebieden investeren:
  • werkgelegenheid: het aanpassingsvermogen van werknemers vergroten door hen te helpen nieuwe vaardigheden te verwerven en dat van ondernemingen door nieuwe werkmethoden te bevorderen
  • Onderwijs en opleiding: Verbetering van de toegang tot werk, ondersteuning van jonge studenten bij hun overgang naar de wereld van het werk, of opleiding van minder gekwalificeerde werkzoekenden om hun kansen op werk te verbeteren.
  • Sociale integratie: mensen uit kansarme groepen aan werk helpen (zoals mensen met een handicap...). Dit draagt bij tot de versterking van "sociale integratie", aangezien werkgelegenheid een cruciale rol speelt bij sociale integratie en in het dagelijks leven.
De ESF+ is de resultaat van de samenvoeging van de volgende fondsen:

Fondsen

Soort beheer

Korte beschrijving

Het vorige Europees Sociaal Fonds (ESF)
Helpt banen te ondersteunen, mensen aan een betere baan te helpen en alle EU-burgers eerlijker kansen op werk te bieden.
Het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI)
Gedeeld beheer
Ondersteunt jongeren in regio's waar de werkloosheid hoger is dan 25%
Het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD)
steunt acties van EU-landen om voedsel en/of materiële basisbijstand te verstrekken aan de meest behoeftigen
Het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI)
Rechtstreeks beheerd door de Commissie
Bevordert een hoog niveau van hoogwaardige en duurzame werkgelegenheid, waarbij adequate en behoorlijke sociale bescherming wordt gegarandeerd, sociale uitsluiting en armoede worden bestreden en de arbeidsomstandigheden worden verbeterd.

Deze nieuwe structuur is bedoeld om een vereenvoudigd kader voor de begunstigden tot stand te brengen en het effect van programma's en projecten in de sociale sector te vergroten. Daarnaast bevat de nieuwe verordening een speciaal artikel over het verband tussen het ESF+ en de Handvest van de grondrechten[1]. Wat de begroting betreft, is het aandeel van het ESF+ in de totale begroting voor het cohesiebeleid gestegen van 23% van de structuurfondsen tot 27%.

[1] Vooral relevant voor landen die worstelen met de rechtsstaat, scheiding der machten en mensenrechten

Het ESF+ zal de lidstaten ook ondersteunen om vooruitgang te boeken bij de verwezenlijking van de 2030-doelstellingen van de EU inzake banen, vaardigheden en armoedebestrijding die zijn vastgesteld door het Actieplan Europese pijler van de sociale rechten. Elke lidstaat bepaalt zijn prioriteiten (en respectieve toewijzing van middelen) op basis van landspecifieke aanbevelingen van het Europees semester.
Thematische concentratie:
  • De lidstaten moeten ook ten minste 25% uittrekken voor de bevordering van sociale insluiting;
  • De lidstaten moeten ook ten minste 3% uittrekken voor de bestrijding van materiële ontberingen;
  • Ten minste 12,5% van hun ESF+-middelen ter ondersteuning van werkgelegenheid voor jongeren en "Niet in onderwijs, werkgelegenheid of opleiding" of NEET (alleen degenen waarop de aanbevelingen betrekking hebben).
  • Ten minste 5% van hun ESF+-middelen voor de aanpak van kinderarmoede (alleen die waarop de aanbevelingen betrekking hebben).
  • Ten minste 0,25% van hun ESF+-middelen moet worden besteed aan de versterking van de capaciteit van de sociale partners en de civiele samenleving en aan de handhaving van de sociale dialoog (alleen die waarop de aanbevelingen betrekking hebben).

De Europese Commissie raadpleegt de ESF+ Comité dat zich richt op kwesties die van belang zijn voor de uitvoering van de ESF+-programma's. Het comité wordt voorgezeten door de Commissie en bestaat uit drie vertegenwoordigers per lidstaat (een vertegenwoordiger van de regering, waaronder het hoofd van de ESF+-missie, een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties en een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties) en een vertegenwoordiger van elk van de organisaties die de werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties op het niveau van de Unie vertegenwoordigen.

Nuttige links

HELPDESK Ondersteuning

Medegefinancierd door de Europese Unie. De opvattingen en meningen die worden geuit zijn echter uitsluitend die van de auteur(s) en komen niet noodzakelijk overeen met die van de Europese Unie. Noch de Europese Unie, noch de steunverlenende autoriteit kunnen daarvoor verantwoordelijk worden gesteld.

Gefinancierd door de Europese Unie. De opvattingen en meningen die worden geuit zijn echter uitsluitend die van de auteur(s) en komen niet noodzakelijk overeen met die van de Europese Unie. Noch de Europese Unie, noch de steunverlenende instantie kunnen daarvoor verantwoordelijk worden gesteld.

HELPDESK Ondersteuning

Gefinancierd door de Europese Unie. De opvattingen en meningen die worden geuit zijn echter uitsluitend die van de auteur(s) en komen niet noodzakelijk overeen met die van de Europese Unie. Noch de Europese Unie, noch de steunverlenende instantie kunnen daarvoor verantwoordelijk worden gesteld.
Copyright ©2022 HELPDESK
Ga naar de inhoud