Ondersteuningscentrum

HELPDESK - HELPDESK SOCIALE DIENSTEN OVER EU-FONDSEN

Spanje

1. Fondsarchitectuur

Met een totale toewijzing van 35,562 miljard euro is Spanje de op twee na grootste begunstigde van middelen uit het cohesiebeleid van de EU in de periode 2021-2027, alleen achter Polen en Italië. Deze toewijzing is verdeeld in 23,397 miljard euro van het EFRO, 11,296 miljard euro van het ESF+ en 869 miljoen euro van de FTJ, plus de 1,120 miljard euro die aan Spanje is toegewezen voor de FEMPA.
Het ESF+ zal 19 regionale programma's (1 voor elke Autonome Gemeenschap en Autonome Stad) en 4 staatsprogramma's (die de belangrijkste sectorale beleidsterreinen bestrijken) hebben: ESF+ staatsprogramma voor jeugdwerkgelegenheid; ESF+ staatsprogramma voor onderwijs en opleiding, werkgelegenheid en sociale economie; ESF+ staatsprogramma voor sociale integratie, kindergarantie en armoedebestrijding; en ESF+ staatsprogramma voor materiële basisbijstand.
De 23,397 miljoen euro van het EFRO zal worden verdeeld over 19 regionale programma's (1 voor elke autonome gemeenschap en autonome stad) en een multiregionaal programma, dat zal dienen als belangrijkste planningsinstrument voor de acties van de Algemene overheidsadministratie die uit dit fonds zullen worden gefinancierd.
Groepen EFRO-regio's. Artikel 108 van de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen deelt de regio's in drie groepen in op basis van hun bbp per hoofd van de bevolking ten opzichte van het gemiddelde van de EU-27:
  • Minder ontwikkelde regio's: regio's met een bbp per hoofd van de bevolking van minder dan 75% van het EU 27-gemiddelde. (In Spanje zijn dit de autonome gemeenschappen Andalusië, Castilië La Mancha, Ceuta, Extremadura en Melilla).
  • Overgangsregio's: regio's met een bbp per hoofd van de bevolking tussen 75% en 100% van het gemiddelde van de EU-27 (Asturië, Balearen, Canarische Eilanden, Cantabrië, Castilla León, Galicië, La Rioja, Murcia, Valencia).
  • Meer ontwikkelde regio's: regio's waarvan het bbp per hoofd van de bevolking hoger is dan 100% van het EU27-gemiddelde (Aragon, Catalonië, Navarra, Madrid, Baskenland).
FINANCIËLE TOEWIJZING EU-STEUN REGIONALE PROGRAMMA'S EFRO EN ESF+

De Directoraat-generaal voor Europese fondsen is de autoriteit die verantwoordelijk is voor Spanje bij de EU op het gebied van begrotingsbetrekkingen en het beheer van Europese fondsen.

De Administratieve eenheid van het Europees Sociaal Fonds (UAFSE) is het orgaan dat verantwoordelijk is voor het beheer van de middelen uit het Europees Sociaal Fonds in Spanje. Het maakt deel uit van het ministerie van Arbeid en Sociale Economie, dat via de staatssecretaris voor Werkgelegenheid en Sociale Economie nationale bevoegdheid heeft op het gebied van werkgelegenheid.

2.  Voor de sociale diensten relevante strategische doelstellingen

OP 4. Een socialer en meer inclusief Europa, door de implementatie van de Europese pijler van sociale rechten
ESF+ financiering

Acties die zullen worden geprogrammeerd via investeringen in SO (i) zullen maatregelen omvatten zoals reisroutes of socioprofessionele integratieprogramma's die verschillende maatregelen combineren (begeleiding, voorbereiding op tewerkstelling, opleiding, steun bij aanwerving of ondernemerschap, sociale begeleiding, etc.) gericht op migranten, onderwijsondersteunende maatregelen en maatregelen ter bestrijding van vooroordelen, discriminatie en segregatie van migranten, met inbegrip van bewustmakingscampagnes en maatregelen ter bestrijding van haatdelicten. Acties die gefinancierd worden onder SO(k) zullen gericht zijn op de versterking van gelijke en adequate toegang tot basisdiensten die aangepast zijn aan de kenmerken van elk gebied, met inbegrip van gezondheids- en huisvestingsdiensten en duurzame sociale bescherming, via de implementatie van de Nationale Strategie voor de-institutionalisering en ontwikkeling van gemeenschapsondersteunende diensten, die naar verwachting ontworpen en geïmplementeerd zal worden tussen 2022 en 2024. Deze strategie beantwoordt aan het internationale mandaat om een transformatieproces van het langdurige zorgmodel en de ontwikkeling van gemeenschaps- en persoonsgerichte diensten en ondersteuning te bevorderen die bijdragen aan de overgang van het huidige zorg- en institutionele model naar een model van gemeenschapsgerichte diensten.

De programmering in SO(l) zal gericht zijn op het terugdringen van armoede en kinderarmoede, in toepassing van de Nationale strategie ter voorkoming en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2019-2023), de Nationale strategie voor de rechten van kinderen en adolescenten 2021 - 2030, het Staatsactieplan (PAE) voor de uitvoering van de Europese Kindergarantie 2022-2030 en de Spaanse Gehandicaptenstrategie 2022-2030, het uitvoeren van acties zoals sociale-inclusieroutes of -programma's gericht op jongeren, sociale-inclusieroutes of -programma's gericht op kinderen in kwetsbare situaties, ondersteuningsprogramma's voor deïnstitutionalisering, sociale integratiemaatregelen, counseling, sociale diensten (niet op het gebied van arbeid) en toegang tot andere diensten, in coördinatie met FAMI, waarvan de initiële acties van opvang en primaire basiszorg voor de migrantenbevolking, asielzoekers en vluchtelingen een voortzetting vinden in de acties die zijn ontwikkeld in het kader van het ESF+, evenals maatregelen die zijn gericht op het bevorderen van de inclusie van mensen met ernstige handicaps of op het bevorderen van de sociale en arbeidsinclusie van daklozen of mensen die moeilijk toegang hebben tot huisvesting, door middel van benaderingen zoals Housing First, in het kader van de toekomstige Alomvattende Nationale Strategie voor daklozen, die momenteel wordt ontwikkeld. Wat betreft de maatregelen die moeten worden geprogrammeerd in het kader van de Kindergarantie, worden acties overwogen zoals routes voor sociaal-educatieve promotie gericht op gezinnen met kinderen van 0-18 jaar in situaties van armoede en sociale uitsluiting, het programma voor begeleiding, vooruitgang en onderwijsverrijking in centra voor speciaal onderwijs (Programma #PROA+), acties voor de verbetering van inclusief onderwijs voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften, een programma van gratis toegankelijke plaatsen voor kinderen van 0-18 jaar in situaties van armoede en sociale uitsluiting, een programma van gratis toegankelijke plaatsen voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften, een programma van gratis toegankelijke plaatsen voor kinderen van 0-18 jaar in situaties van armoede en sociale uitsluiting, en een programma voor de verbetering van inclusief onderwijs voor studenten met speciale onderwijsbehoeften, een programma van gratis, toegankelijke, inclusieve en kwalitatief hoogstaande plaatsen in de eerste cyclus van voorschools onderwijs voor leerlingen uit gezinnen met inkomens onder de armoederisicodrempel, acties gericht op deïnstitutionalisering en bevordering van gemeenschapszorg voor kinderen die onder het beschermingsstelsel vallen, maatregelen gericht op de ontwikkeling van een universeel systeem voor voorschoolse opvang (0-6 jaar), of maatregelen gericht op de bevordering van educatieve vrijetijdsbesteding en een gezonde levensstijl.
EFRO-financiering
Het EFRO kan acties financieren die een aanvulling vormen op die welke beschreven zijn voor het ESF+ onder de specifieke doelstellingen 4.3 en 4.4, en die gericht zijn op de bouw of het herstel van infrastructuur voor een adequate verlening van sociale diensten, met inbegrip van acties gericht op de digitalisering, uitbreiding of verbetering van de hoofdkantoren van non-profitorganisaties die bijdragen aan de uitvoering van dit beleid. Ook sociale huisvestingsacties voor kwetsbare groepen, dagcentra of opvang- en noodcentra, zoals voor slachtoffers van huiselijk geweld of daklozen, kunnen gefinancierd worden. Op het gebied van sociale huisvesting zal prioriteit worden gegeven aan acties die gericht zijn op het bevorderen van een toename van het bestand aan sociale huurwoningen in het kader van geïntegreerde initiatieven die de volledige integratie van kwetsbare groepen nastreven. Alle te financieren acties zullen in overeenstemming zijn met een aanpak die gericht is op deïnstitutionalisering en gemeenschapsgerichte zorg.
OP 5. Een Europa dat dichter bij de burger staat en dat de geïntegreerde en duurzame ontwikkeling van alle soorten gebieden en plaatselijke initiatieven bevordert.
Uitdagingen: de in deze periode geprogrammeerde acties op het gebied van stedelijke ontwikkeling worden benaderd vanuit het drievoudige perspectief van het model van grote steden, middelgrote steden en functionele gebieden. Op basis van het bestaan van een geïntegreerde territoriale strategie kunnen lokale autoriteiten dus toegang krijgen tot financiering binnen OP5 door geïntegreerde actieplannen in te dienen. Daarnaast zal worden gestreefd naar vereenvoudiging van het beheersmodel. Daarnaast zal de bestuurlijke capaciteit van begunstigden worden versterkt door middel van actiegidsen en trainingscursussen, terwijl de bijeenkomsten en werkgroepen van het Netwerk Stedelijke Initiatieven verder zullen worden gepromoot als forum voor het uitwisselen van informatie en training onder begunstigden. Het netwerk wordt gezien als een waardevolle en belangrijke bron voor het onderhouden van de dialoog met lokale entiteiten; daarom zal het beheer ervan worden versterkt en zullen de regelmatige bijeenkomsten worden bevorderd. Kortom, het beheer van het model moet gericht zijn op een efficiëntere aanpassing aan de administratieve capaciteit van de begunstigden, zodat de middelen volledig kunnen worden geabsorbeerd. De programmering, het beheer van de oproepen tot het indienen van voorstellen en de uitvoering van de strategieën zullen hierop gericht zijn.
Just Transition Fonds
Het Territoriale Plan voor de Rechte Overgang voorziet in activiteiten op de volgende gebieden:
  • Groene transformatie van de industrie, waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, maar ook met het behoud en/of het scheppen van werkgelegenheid; bevordering van duurzame mobiliteit; circulaire economie en energie-efficiëntie, waarbij in het geval van huisvesting met name rekening wordt gehouden met situaties van energiearmoede.
  • Het stimuleren van de waardeketen van hernieuwbare energie, zelfconsumptie, energieopslag en hernieuwbare waterstof, met name door projecten te ondersteunen die een sociale en werkgelegenheidscomponent kunnen bevatten.
  • Bevordering van MKB en bedrijfsprojecten die de economische diversificatie van de gebieden en het creëren en/of behouden van werkgelegenheid stimuleren.
  • Bevordering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I), ICT-integratie en digitale transformatie, om de betrokken gebieden aantrekkelijker te maken voor zowel burgers als bedrijven.
  • Herstel van het milieu, behoud van natuur, biodiversiteit en ecosystemen, promotie van historisch, cultureel, mijnbouw- en industrieel erfgoed, voornamelijk door het bevorderen van ander gebruik van bestaande infrastructuren, en promotie van duurzaam toerisme, om de waarde van de endogene factoren van het grondgebied te vergroten.
  • Het bevorderen van sociale infrastructuren en de sociale economie, die bijdragen aan het tegengaan van ontvolking, en initiatieven voor opleiding, kwalificatie en integratie op de arbeidsmarkt voor werklozen en werknemers in de gebieden die getroffen zijn door sluitingen, met aandacht voor vrouwen en jongeren.

De verdeling van de middelen van dit nieuwe fonds is uitgevoerd door de Instituut voor rechtvaardigheid Overgang op basis van een methodologie die overeenstemt met de criteria die de Europese instellingen hanteren bij de verdeling van het fonds over de lidstaten, rekening houdend met de omvang van de emissies, de werkgelegenheid in de mijnbouw en het gewicht van de industriële werkgelegenheid.

De toepassing van deze criteria resulteert in een toewijzing van 154 miljoen euro voor Andalusië, 263 miljoen euro voor het Prinsdom Asturië, 197 miljoen euro voor Castilië en Leon, 111 miljoen euro voor Galicië en 92 miljoen euro voor Aragon. De resterende 52 miljoen euro is bestemd voor het rechtstreekse beheer van het instituut voor een rechtvaardige overgang.

3. Thematische concentratie

  • Jeugdwerkgelegenheid, SO a) verplicht, f) en l) optioneel Ten minste 12.50%.
  • Sociale integratie, SO h) - l), met inbegrip van de bevordering van de sociaaleconomische integratie van onderdanen van derde landen, ten minste 25%.
  • Materiële deprivatie, SO (m) naast 25% sociale integratie of SO (l) in naar behoren gemotiveerde gevallen of beide SO's, ten minste 3%.
  • Bestrijding van kinderarmoede SO's h)-l) die ook meetellen voor de 25% sociale integratie + SO f) die niet meetellen, minstens 5%.
  • Capaciteitsopbouw van sociale partners en sociale partners, alle SO's behalve m), minstens 0,25%.
  • Sociale innovatie SO (a) - (l) Maximaal 5% op nationaal niveau

4. Nationale en regionale coördinatie van fondsen

Sinds de toetreding van Spanje tot de EU in 1986 is het Directoraat-Generaal voor Europese Fondsen de verantwoordelijke autoriteit voor Spanje ten opzichte van de EU op het gebied van begrotingsrelaties en het beheer van Europese fondsen. Op deze website vindt u informatie over alle Europese fondsen die in Spanje worden beheerd, via de verschillende overheidsinstanties, en informatie over de verschillende periodes (meerjarige kaders), de belangrijkste nieuwe ontwikkelingen en de rapportageverplichtingen van Spanje aan de EU met betrekking tot Europese fondsen.
Aan het directoraat-generaal Europese fondsen zijn de volgende bevoegdheden toegekend:
  • Onderhandelingen met de Europese Commissie over zaken die verband houden met Europese fondsen.
  • Coördinatie van de Territoriale Overheden en de overige verantwoordelijke ministeriële departementen met betrekking tot de programma's, monitoring en evaluatie van de Structuurfondsen.
  • De voorbereiding van studies en coördinatie van de evaluatie van programma's gefinancierd door de Europese Structuurfondsen.
  • De analyse, selectie en monitoring van projecten die worden gefinancierd uit de middelen van het Interterritoriaal Compensatiefonds.
  • Het voorstel voor betalingen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling aan de eindbegunstigden, derhalve.

5. Referenties

HELPDESK Ondersteuning

Medegefinancierd door de Europese Unie. De opvattingen en meningen die worden geuit zijn echter uitsluitend die van de auteur(s) en komen niet noodzakelijk overeen met die van de Europese Unie. Noch de Europese Unie, noch de steunverlenende autoriteit kunnen daarvoor verantwoordelijk worden gesteld.

Gefinancierd door de Europese Unie. De opvattingen en meningen die worden geuit zijn echter uitsluitend die van de auteur(s) en komen niet noodzakelijk overeen met die van de Europese Unie. Noch de Europese Unie, noch de steunverlenende instantie kunnen daarvoor verantwoordelijk worden gesteld.

HELPDESK Ondersteuning

Gefinancierd door de Europese Unie. De opvattingen en meningen die worden geuit zijn echter uitsluitend die van de auteur(s) en komen niet noodzakelijk overeen met die van de Europese Unie. Noch de Europese Unie, noch de steunverlenende instantie kunnen daarvoor verantwoordelijk worden gesteld.
Ga naar de inhoud