Ondersteuningscentrum

HELPDESK - HELPDESK SOCIALE DIENSTEN OVER EU-FONDSEN

Duitsland

Belangrijkste inhoud van de partnerschapsovereenkomst voor Duitsland

In de financieringsperiode 2021-2027 wordt Duitsland - net als alle andere 26 EU-lidstaten - gesteund door de Parapluverordening (Verordening (EU) 2021/1060) gesteund door de EU-fondsen ESF+, EFRO, EMFAF en JTF die vanaf 06/24/21 in de lijst zijn opgenomen. Terwijl het Europees Sociaal Fonds (ESF+), het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Fonds voor Mariene Zaken, Visserij en Aquacultuur (EMFAF) drie EU-fondsen zijn die al vele jaren in gebruik zijn, is het Just Transition Fund (JTF) een EU-fonds dat pas in 2021 van start is gegaan. De VGB bevat een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van de financieringsperiode 2014-2020. Deze hebben gevolgen voor zowel de opzet als de uitvoering van de EU-fondsen in Duitsland.

Alle vier de EU-fondsen vallen onder de partnerschapsovereenkomst voor Duitsland vanaf 22.04.22. Enerzijds weerspiegelt dit een nauwere politieke band tussen het Europees semester en de financiering in het kader van het EU-cohesiebeleid. Anderzijds iIn de strategische aanpak voor de nieuwe financieringsperiode 2021-2027 zijn de maatregelen gericht op vijf beleidsdoelstellingen (artikel 5, lid 1), die de vorige elf thematische doelstellingen vervangen. Deze vijf beleidsdoelstellingen zijn:

  1. Een slimmer Europa - innovatieve en slimme economische overgang
  2. Een groener, koolstofarm Europa - inclusief energietransitie, circulaire economie, aanpassing aan de klimaatverandering en risicobeheer
  3. Een meer verbonden Europa - mobiliteit en ICT-connectiviteit
  4. Een socialer Europa - Europese pijler van sociale rechten
  5. Een Europa dat dichter bij de burger staat - duurzame ontwikkeling van stedelijke, plattelands- en kustgebieden en plaatselijke initiatieven

Totaalbedrag van de middelen voor het cohesiebeleid en uitsplitsing naar thema en fonds

De totale middelen voor het cohesiebeleid in Duitsland bedragen 19,860 miljard euro in lopende prijzen. Hiervan gaat 10,820 miljard euro naar het EFRO, 6,562 miljard euro naar het ESF+ en 2,478 miljard euro naar het JTF. Nog eens 0,212 miljard euro is bestemd voor het EMFAF, zodat Duitsland in totaal 20,072 miljard euro aan EU-middelen uit de vier fondsen (EFRO, ESF+, JTF, EMFAF) zal ontvangen. Daarnaast zal Duitsland 1,022 miljard euro ontvangen uit het EFRO voor Europese territoriale samenwerking (ETZ).

  • Volgens de Europese verordeningen moeten de ESF+-middelen uitsluitend in het kader van politieke doelstelling 4 worden geprogrammeerd.
  • Thematisch zal het EFRO zich concentreren op de beleidsdoelstellingen 1 en 2 en ten minste 85% van de EU-financiering moet naar beide beleidsdoelstellingen gaan. Voor beleidsdoelstelling 2 moet ten minste 30% worden uitgetrokken. Ten minste 8% van de EFRO-middelen moet worden gebruikt voor de bevordering van geïntegreerde, duurzame stadsontwikkeling, die hoofdzakelijk onder politieke doelstelling 5 valt.
  • De JTF dient ter ondersteuning van de overgang naar een duurzame en klimaatneutrale Europese economie voor regio's die het bijzonder zwaar te verduren hebben, met name de bruinkoolgebieden. De JTF maakt deel uit van de Europese Green Deal, die als groeistrategie bedoeld is om van Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent ter wereld te maken. De JTF-financiering wordt met name verstrekt met het oog op de noodzakelijke aanpassing van werknemers of het verwachte verlies van banen op het gebied van de productie en het gebruik van fossiele brandstoffen, alsmede met het oog op ecologische uitdagingen.
  • Het gebruik van het EFRO, het ESF+ en het JTF in Duitsland ondersteunt de versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie - en daarnaast de doelstellingen van het visserij-, aquacultuur- en maritiem beleid met het EMFAF.

Lijst van beleidsdoelstellingen die relevant zijn voor de sociale diensten

Beleidsdoelstelling 4 "Een socialer en meer inclusief Europa door de tenuitvoerlegging van de Europese pijler van sociale rechten".

Politieke doelstelling 4 wordt in Duitsland ondersteund met het ESF+ uit de programma's van de federale regering en de 16 deelstaten. Met het ESF+ worden de Europese pijler van sociale rechten (EPSR) (2017) en het actieplan voor de EPSR (2021). Met zijn 20 kernbeginselen op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid is de EPSR bedoeld om opwaartse sociale convergentie tussen de lidstaten te bevorderen en, bij het aangaan van huidige en toekomstige uitdagingen op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid, als gemeenschappelijk kompas voor meer gecoördineerde actie op de verantwoordelijke niveaus te dienen.

  • De ESF+-programma's in Duitsland zijn in overeenstemming met de landenspecifieke aanbevelingen, de investeringsrichtsnoeren, de Europese pijler van sociale rechten en het EPSR-actieplan van de Europese Commissie. De Covid-19 pandemie leidde in het voorjaar van 2020 tot een ernstige economische inzinking. Het bbp is in het tweede kwartaal van 2020 met 11,3% gekrompen in vergelijking met hetzelfde kwartaal vorig jaar. Het aantal deeltijdwerkers is inmiddels gestegen tot ongeveer 6 miljoen. Het aantal werklozen is in de loop van 2020 (december 2020 ten opzichte van dezelfde maand van het voorgaande jaar 2019) met 21,6% toegenomen, het aantal langdurig werklozen is in dezelfde periode met 33,2% gestegen. Vanwege de voortschrijdende demografische, groene en digitale veranderingsprocessen zijn investeringen in (onderwijs) van centraal belang voor het concurrentievermogen en de toekomstige levensvatbaarheid van Duitsland.
  • Een van de aandachtspunten van de ESF-financieringsperiode 2014-2020 in Duitsland was het verminderen van het aantal mensen dat door langdurige werkloosheid wordt getroffen. Tussen 2008 en 2019 is hun aantal verminderd met 1,103 miljoen of ongeveer 68%. Het armoederisicocijfer daarentegen is in dezelfde periode slechts licht gedaald en ligt nu net onder de 15%. Mensen die alleen wonen, alleenstaande ouders en laagopgeleiden en hun kinderen hebben een bovengemiddeld armoederisico. Er zijn ook uitgesproken verschillen in de armoederisicopercentages tussen de regio's en districten.
  • In Duitsland zijn er groepen mensen die bijzonder worden getroffen door armoede en uitsluiting en die worden geacht ver van de arbeidsmarkt af te staan. Daartoe behoren de kinderen van de betrokkenen, een deel van de pas geïmmigreerde EU-burgers die uit de armoede in hun land van herkomst komen, alsmede daklozen en mensen die dakloos dreigen te worden. Volgens de beschikbare ramingen is hun aantal blijven stijgen. De verbetering van de levensomstandigheden en de sociale integratie van deze twee bijzonder kansarme doelgroepen, waarvan sommigen ook te lijden hebben onder discriminatie, vormt voor veel gemeenten een bijzondere uitdaging. a. streven naar sociaal-economische en sociale integratie van kansarmen en hun gezinnen.
  • Het ESF+ richt zich in het bijzonder op de bevordering van actieve inclusie (specifieke doelstelling h), de aanpassing van werknemers, bedrijven en ondernemers aan veranderingen, actief en gezond ouder worden en een gezonde en fatsoenlijke werkomgeving die rekening houdt met gezondheidsrisico's (specifieke doelstelling d), en billijke toegang tot kwalitatief hoogstaand en inclusief onderwijs en opleiding, met name voor kansarme groepen, vanaf de vroege kinderjaren via algemeen onderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding tot hoger onderwijs en volwasseneneducatie, alsook het vergemakkelijken van leermobiliteit voor iedereen en toegankelijkheid voor mensen met een handicap (specifieke doelstelling f).
  • Financieringsprioriteiten in het ESF+-programma 2021-2027

Beleidsdoelstelling 5 "Een Europa dat dichter bij de burger staat door het bevorderen van een duurzame en geïntegreerde ontwikkeling van alle soorten gebieden en lokale initiatieven".

Politieke doelstelling 5 wordt in Duitsland met het EFRO opgenomen in de programma's van 10 deelstaten. Zij wordt ook ondersteund door het Duitse programma voor het EMFAF. Gelijke levensomstandigheden zijn erg belangrijk in Duitsland en het doel is om in alle regio's goede ontwikkelingsmogelijkheden en eerlijke participatiemogelijkheden te creëren.

Om de gepresenteerde problemen te verminderen en duurzame ontwikkelingen in de getroffen gebieden op gang te brengen, stellen de landen op basis van de regionale en lokale uitgangspunten specifieke uitdagingen vast en definiëren zij interventiegebieden, rekening houdend met de bestaande nationale financieringsmethoden, teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van beleidsdoelstelling 5 te verwezenlijken. De maatregelen omvatten versterking van de economische, milieu- en mobiliteitsomstandigheden in stedelijke en niet-stedelijke gebieden en investeringen in sociale infrastructuur in achtergestelde stadswijken. Ook de verdere ontwikkeling van de samenwerking tussen stad en ommeland en de intergemeentelijke samenwerking wordt ondersteund.

Toewijzing van middelen van het cohesiebeleid aan nationale en regionale programma's

Zie het overzicht op de BMAS-website in Duits en Engels Taal.

Coördinatie tussen nationale en regionale programma's

Het federale systeem in Duitsland houdt in dat de deelstaten hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn voor de financieringsstrategieën in het EFRO en het ESF+ en de inhoud van de financieringsmaatregelen binnen het gespecificeerde kader invullen. Dit leidt tot landspecifieke bijzonderheden in de programma's. Uitzonderingen hierop zijn het federale programma voor het ESF+ en het EMFAF, dat door de federale en deelstaatregeringen gezamenlijk wordt ondersteund.

De federale en deelstaatregeringen hebben de programmaplanning voor de financieringsperiode 2021-2027 nauw op elkaar afgestemd. Dit is bedoeld om inhoudelijke overlappingen en dubbele financiering te voorkomen en een op elkaar aansluitende, holistische ESF Plus-financiering in Duitsland te waarborgen. De geplande prioriteiten van de deelstaten zijn hoofdzakelijk gebaseerd op vastgestelde regionale financieringsbehoeften, die vaak specifiek overeenkomen met de deelstaatspecifieke aanbevelingen.

De ESF+-financieringsprogramma's van de federale regering worden in het hele land uitgevoerd onder leiding van het federale ministerie van Arbeid en Sociale Zaken (BMAS) - dat dus het centrale coördinatieorgaan is, ook voor de ESF-beheersautoriteiten - uitgevoerd door het federale ministerie van Onderwijs en Onderzoek (BMBF), het federale ministerie van Gezinszaken, Ouderen, Vrouwen en Jeugd (BMFSFJ), het federale ministerie van Economische Zaken en Klimaatbescherming (BMWK) en het federale ministerie van Huisvesting, Stadsontwikkeling en Bouw (BMWSB).

Thematische prioriteiten en hun relatieve aandeel

Europees Sociaal Fonds (ESF+)

In de financieringsperiode van het ESF+ 2021-2027 zullen in totaal vijf federale ministeries 28 ESF Plus-financieringsprogramma's uitvoeren en zo bijdragen tot een socialer Europa.

1. Bevordering van duurzame en hoogwaardige werkgelegenheid, starters en ondernemerschap en aanpassing aan veranderingen

    • Steun voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) bij het aantrekken en aanwerven van geschoolde werknemers en bij het creëren/vullen van nieuwe banen en opleidingsplaatsen (Perfecte cast; Bevordering van de knowhow van ondernemers )
    • Bevordering van het mkb en zijn werknemers, die in de eerste plaats worden ondersteund om zich aan te passen aan demografische, digitale en groene veranderingen en om hun prestaties, innovatie en concurrentievermogen te versterken (INQA Coaching; toekomstige centra) en het versterken van solo zelfstandigen (COMPASS)
    • Bevordering van oprichters, met name innovatieve, op onderzoek gebaseerde startende ondernemingen uit de wetenschap (EXIST onderzoeksoverdracht, EXIST aanloopsubsidie)
    • Beroepsopleidingsmogelijkheden voor werkenden, met name vrouwen, migranten, ouderen, gehandicapten, alleenstaande ouders en laaggeschoolden (verandering van werk; rugwind3
    • Verbetering van (opleidings)kansen en kansen op de arbeidsmarkt voor vrouwen met een migratieachtergrond (MIJN BEURT)
    • Bevordering van kwalificaties die vereist zijn voor de erkenning van in het buitenland verworven kwalificaties (IQ)

2. Bevordering van sociale insluiting en bestrijding van armoede

  • Bevordering van kansarme jongeren met het oog op een zelfstandige levensstijl (JEUGD EMPOWER); bevordering van transnationale mobiliteitsmaatregelen voor werkloze/werkzoekende jongeren (JUVENTUS)
  • Testen van nieuwe manieren om immigrantenjongeren of jonge nakomelingen van immigranten aan te pakken (advies geven)
  • Steun voor kansarme gezinnen, gezinnen in bijzondere omstandigheden en gezinnen met kinderen die in armoede leven of dreigen te geraken (Akti(F) Plus; ParentChancesN)
  • Verbetering van de (opleidings-) en arbeidsmarktkansen van mensen met een migratieachtergrond, waaronder vluchtelingen (WIJ)
  • Partnerprogramma van het programma ter bevordering van stadsontwikkeling "Sociale cohesie - samen vorm geven aan het samenleven in de buurt" en aanvullend in geselecteerde achtergestelde stadswijken: maatregelen om de inzetbaarheid en de integratie op de arbeidsmarkt van mensen te vergroten en de lokale economie te versterken (BIWAQ)
  • Bevordering van microprojecten voor sociale participatie en het overwinnen van eenzaamheid/sociaal isolement van mensen (Versterking van de participatie van ouderen)

3. Investeren in onderwijs, opleiding en levenslang leren

  • Maatregelen om het aanbod van hele dagen op de basisschoolleeftijd verder te ontwikkelen en alle kinderen onderwijs- en participatiemogelijkheden te bieden (hele dag)
  • Onderzoek, ontwikkeling en testen van integratief, laagdrempelig en gendersensitief onderwijsaanbod voor meisjes en vrouwen met een migratieachtergrond en/of vluchtelingenervaring; Onderzoek naar cultuurgevoelig gedrag in het onderwijssysteem en ontwikkeling van nieuwe maatregelen (integratie door onderwijs)
  • Ontwikkeling van themagerichte gemeentelijke onderwijslandschappen met als doel de lokale deelname aan het onderwijs te vergroten, een leven lang leren te bevorderen en de sociale mobiliteit te verbeteren (onderwijsgemeenschappen)
  • Financiering van onderzoek, kennisoverdracht en bijscholing (testen) voor de invoering van nieuwe technologieën en de gevolgen voor de werknemers (toekomst van werk)
  • Implementatie en verdere ontwikkeling van innovatieve opleidings- en bijscholingsconcepten voor de op duurzaamheid gerichte kwalificatie van het opleidingspersoneel in bedrijven en interbedrijfsopleidingscentra met als doel de supraregionale, permanente implementatie van op duurzaamheid gerichte ontwerpbenaderingen in Duitse beroepsopleidingsstructuren (Duurzaam op het werk)
  • Bevordering van praktijkgerichte, buitenschoolse maatregelen, zodat jongeren die op het punt staan hun eerste beroepskeuze te maken, kennis kunnen maken met opleidingen en studies waarin klimaatbescherming centraal staat en deze kunnen uitproberen; Praktijkgerichte opleidingen voor klimaatvriendelijk handelen in het dagelijks werk (Competentieklimaat)

4. Sociale innovaties

  • Bevordering van ouderen met het oog op maatschappelijke participatie en financiële zekerheid (versterking van de participatie van ouderen)
  • Ontwikkeling en testen van specifieke maatregelen ter ondersteuning van jonge mannen met bijzondere moeilijkheden bij de toegang tot (opleidings)onderwijs en werkgelegenheid (Win-Win)

5. Steun voor de meest kansarmen

  • Bevordering van de meest kansarmen, met name daklozen en bijzonder kansarme nieuwkomers in de EU en hun kinderen (EhAP Plus)

Verdeling van de middelen van het ESF+ over de thematische prioriteiten:

  • Sociale integratie (=> specifieke doelstellingen h tot en met l): 32,8%
  • Steun voor de meest kansarmen (=> specifieke doelstellingen l en vooral m): 12,8%
  • Steun voor de bestrijding van kinderarmoede (=> specifieke doelstellingen f en h tot en met l): 5.9%
  • Capaciteitsopbouw van sociale partners en NGO's (= gepland onder alle specifieke doelstellingen behalve m): 0,01% in ESF+ Baden-Württemberg
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)

Het EFRO is het grootste structuurfonds en ondersteunt alle regio's en steden in de EU bij hun economische en sociale ontwikkeling en een innovatiegericht Europees structuurbeleid dat investeringen in toekomstige technologieën en de verwezenlijking van klimaatbeschermingsdoelstellingen bevordert. In de financieringsperiode 2021-2027 zal Duitsland ongeveer 11,0 miljard euro ontvangen in het kader van de beleidsdoelstellingen 1 "Bevordering van een concurrerender en intelligenter Europa", 2 "Bevordering van een groener, CO2-vrij Europa" en 5 "Bevordering van een Europa dat dicht bij de burger staat".

Beleidsdoelstellingen en verdeling van de EFRO-financiering (uitgezonderd technische bijstand in %):

Verdeling van de EFRO-financiering in beleidsdoelstelling 1 over de specifieke doelstellingen:

Initiatieven ter vereenvoudiging van de toegang tot de cohesie- en structuurfondsen van de EU

Bron: de partnerschapsovereenkomst voor Duitsland, p.

Websites over het Cohesiefonds en de Structuurfondsen van de EU

Bevoegde administratieve autoriteiten

Overzicht van oproepen en aanbestedingen voor het indienen van projectvoordelen

HELPDESK Ondersteuning

Medegefinancierd door de Europese Unie. De opvattingen en meningen die worden geuit zijn echter uitsluitend die van de auteur(s) en komen niet noodzakelijk overeen met die van de Europese Unie. Noch de Europese Unie, noch de steunverlenende autoriteit kunnen daarvoor verantwoordelijk worden gesteld.

Gefinancierd door de Europese Unie. De opvattingen en meningen die worden geuit zijn echter uitsluitend die van de auteur(s) en komen niet noodzakelijk overeen met die van de Europese Unie. Noch de Europese Unie, noch de steunverlenende instantie kunnen daarvoor verantwoordelijk worden gesteld.

HELPDESK Ondersteuning

Gefinancierd door de Europese Unie. De opvattingen en meningen die worden geuit zijn echter uitsluitend die van de auteur(s) en komen niet noodzakelijk overeen met die van de Europese Unie. Noch de Europese Unie, noch de steunverlenende instantie kunnen daarvoor verantwoordelijk worden gesteld.
Ga naar de inhoud